Bibob staat voor Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Dit is een van de instrumenten die overheden gebruiken om criminele inmenging te voorkomen en bestrijden. Wat betekent dat voor jou als ondernemer? Wanneer en waarom krijg je met deze wet te maken? Staat je integriteit dan meteen ter discussie, of kan het ook een formaliteit zijn?
Wat is de wet Bibob?
De overheid tilt zwaar aan de strijd tegen (georganiseerde) criminaliteit en ondermijning. Juist daarom is het belangrijk dat de overheid hier niet per ongeluk zelf een faciliterende rol in speelt. Overheden willen voorkomen dat ze bijvoorbeeld een vergunning verlenen, een aanbesteding doen of een subsidie verstrekken aan een malafide partij. Daarom worden ondernemers regelmatig getoetst aan de criteria van de Wet Bibob. Dit gebeurt als er signalen binnenkomen over criminele inmenging in een bedrijf, maar ook bij de aanvraag van bijvoorbeeld een vergunning of een subsidie.
Waarom jij als ondernemer belang hebt bij Bibob
De Wet Bibob is voor overheden een belangrijk instrument, maar beschermt ook bonafide ondernemer tegen criminele inmenging. Jouw integriteit wordt getoetst, maar ook de integriteit van belangrijke samenwerkingspartners. Zo kom je bijvoorbeeld te weten of dat adviesbureau of die projectleider wel te vertrouwen zijn. Als bepaalde partners een risico vormen voor de integriteit van jouw bedrijf, kom je daar tijdens een Bibob-toetsing vaak achter. Daarnaast is de strijd tegen ondermijning voor ondernemers ook een strijd tegen concurrentievervalsing. Als ondernemer zit je immers niet te wachten op een concurrent die zich niet aan de regels houdt. Waar jij winst moet maken, hoeft een concurrent die geld witwast alleen maar (fictieve) omzet te genereren. Marges worden dan ondermijnd of producten worden zelfs gratis weggegeven. Met al dat criminele vermogen kan je malafide concurrent bovendien investeringen doen die jij niet kunt betalen. Dat wil je toch voorkomen?
Bibob-advies naar aanleiding van signalen
Overheden kunnen de Wet Bibob toepassen wanneer zij signalen krijgen waar een verdenking uit voortkomt. In deze gevallen gaat het om reeds verstrekte vergunningen voor bijvoorbeeld een horecagelegenheid, een gokhal of een taxibedrijf. Wanneer er een verdenking ontstaat dat bestaande bedrijven hun vergunning misbruiken voor criminele doeleinden, kan de vergunningverlener een toetsing aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB). De integriteit van je bedrijfsvoering staat dan echt ter discussie. Dat betekent echter niet meteen dat jouw eigen integriteit als ondernemer in twijfel wordt getrokken. Ook het gedrag van bijvoorbeeld een bedrijfsleider, bestuurder of zakenrelatie kan aanleiding zijn voor een Bibob-toets. Als de uitkomst van deze toetsing negatief is, kan de gemeente je vergunning intrekken.
Preventieve Bibob toets
Het primaire doel van de Wet Bibob is preventie. Dat betekent dat je als ondernemer ook met deze wet te maken kunt krijgen zonder dat je integriteit ter discussie staat. Overheden vallen voor vergunningsaanvragen, subsidies en aanbestedingen steeds vaker terug op de Wet Bibob. Dit doen ze om vooraf te waarborgen dat de partijen die bij de aanvraag zijn betrokken bonafide zijn.
Bibob-toets bij subsidie aanvraag
Juist wanneer overheden geld verstrekken voor een maatschappelijk doel, is het belangrijk dat dit geld niet misbruikt wordt voor criminele doeleinden. Daarom wordt voor steeds meer subsidieaanvragen een Bibob-advies gevraagd. Hiermee wordt niet alleen subsidiefraude voorkomen, maar voorkomt men ook dat malafide partijen zich vestigen in het maatschappelijk middenveld. De Wet Bibob stelt zelf geen beperkingen, in de basis komt elke subsidieaanvraag voor toetsing in aanmerking. Om de zaken werkbaar te houden hanteren subsidieverstrekkers vaak wel criteria. Een Bibob-toets wordt dan bijvoorbeeld toegepast in specifieke sectoren, voor specifieke subsidies of vanaf bepaalde bedragen.
Bibob-toets bij vergunningsaanvraag
Ook als bonafide ondernemer zul je bij de aanvraag van een vergunning vaak te maken krijgen met de Bibob-toets. Dit gebeurt in sectoren waar een bovengemiddeld risico op ondermijning bestaat. Coffeeshops, gokhallen en bordelen worden logischerwijs getoetst, maar ook in andere sectoren ligt ondermijning op de loer. Criminelen willen hun activiteiten immers verhullen. Daarom zullen ze vaak een bedrijfsmodel kiezen dat in de basis niet verdacht is. Van oudsher is de horeca hiervoor een populaire sector bij criminelen, maar ook taxibedrijven, verhuurbedrijven en zelfs zorgaanbieders vormen een risico. Voor een deel van deze bedrijven geldt op nationaal niveau een vergunningsplicht. Voor een ander deel wordt per gemeente in de APV bepaald of er een vergunning vereist is.
Bibob en vastgoed
Ook vastgoed is een belangrijke schakel in de criminele keten. Behalve dat criminelen vastgoed misbruiken om bijvoorbeeld verboden middelen te produceren en/of op te slaan, wordt vastgoed ook regelmatig misbruikt om crimineel vermogen wit te wassen. Het is dat ook niet vreemd dat er voor veel bouw- en huisvestingsvergunningen ook een Bibob-toetsing wordt toegepast. Als je een simpel woonhuis wilt bouwen is dit vaak niet aan de orde, maar bij grotere bouwprojecten krijg je wel degelijk te maken met de Wet Bibob. In de risicocategorieën – denk aan kamerverhuur, maar ook aan een gokhal, autohandel of afvalverwerker – wordt de Bibob-toets vrijwel altijd toegepast. Ook wanneer je iets wilt veranderen aan de manier waarop je een pand verhuurt komt de Wet Bibob vaak om de hoek kijken. Denk dan bijvoorbeeld aan een kadastrale splitsing of een omzettingsvergunning.
Wat moet je doen voor een Bibob-toetsing?
Voor een Bibob-toetsing is het belangrijk dat je tijdig de juiste informatie en documenten aanlevert. Wat je aan moet leveren verschilt per situatie, afhankelijk van bijvoorbeeld de structuur van je organisatie en het type aanvraag dat je doet. Hierover wordt je uiteraard geïnformeerd tijdens de procedure. Is het toch niet duidelijk? Meestal is degene die de vergunning of subsidie verstrekt – bijvoorbeeld de gemeente of de provincie – het eerste aanspreekpunt. Lever informatie en documenten tijdig en volledig aan. Als je dit niet doet, kan dit op zichzelf al aanleiding zijn voor nader onderzoek of een negatief advies. Een Bibob-toetsing is nooit moeilijk, maar kan afhankelijk van de aard en omvang van je organisatie wel veel werk zijn. Er is echter ook goed nieuws: als je de toetsing in de afgelopen twee jaar succesvol hebt doorlopen, hoef je deze in de regel niet opnieuw te ondergaan.
Wie voert de Bibob-toets uit?
Wanneer de gemeente signalen binnenkrijgt dat jouw vergunning wordt misbruikt voor criminele doeleinden, zal ze een advies aanvragen bij het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Dit bureau is vanuit het ministerie van Justitie & Veiligheid belast met deze adviestaak en geeft overheden daarnaast voorlichting over de Wet Bibob. De preventieve Bibob-toetsing wordt in twee stadia uitgevoerd. Ook hier gebeurt de echte toetsing door het LBB, maar bij veel aanvragen komt het niet zover. De partij die een vergunning of een subsidie verstrekt – bijvoorbeeld een gemeente of provincie – doet eerst zelf onderzoek. Pas als dit eigen onderzoek niet genoeg uitsluitsel geeft, wordt het LBB om een advies gevraagd. Als ondernemer krijg je hiervan altijd een melding. Je kunt hier geen bezwaar tegen maken. Als je niet wilt dat je integriteit op deze wijze wordt getoetst, kun je hooguit je aanvraag intrekken.
Waar kijkt het LBB naar?
Het Landelijk Bureau Bibob (LBB) baseert haar advies op informatie uit diverse bronnen, zowel openbaar als afgeschermd. Het LBB zal bijvoorbeeld informatie opvragen bij de Belastingdienst, het Openbaar Ministerie en de Arbeidsinspectie. Een negatief advies kan voortkomen uit criminele antecedenten, maar ook uit bestuursrechtelijke overtredingen. Daarnaast kijkt het LBB naar praktische signalen, bijvoorbeeld of je personeelsbestand overeenkomt met je bedrijfsactiviteiten.
De gevolgen van het Bibob-advies
Aan het eind van dit traject is het de verstrekker die op basis van het Bibob-advies een beslissing neemt. De toetsing kan drie uitkomsten hebben:
- Er bestaat geen gevaar op crimineel misbruik en/of criminele inmenging. De aanvraag wordt dan meestal zonder meer toegekend, mits natuurlijk ook de andere zaken op orde zijn.
- Er bestaat een mindere mate van gevaar op crimineel misbruik en/of criminele inmenging. Vaak zal de verstrekker bij deze uitkomst aanvullende voorwaarden stellen aan je aanvraag. Je kunt dan alsnog je vergunning krijgen, maar zult extra inspanningen moeten leveren om crimineel misbruik uit te sluiten.
- Er bestaat een ernstig gevaar op crimineel misbruik en/of criminele inmenging. Je aanvraag wordt bij deze uitkomst meestal afgekeurd. De verstrekker informeert je echter wel waarom dit gebeurt. Eventuele integriteitsproblemen binnen je bedrijf komen zo aan het licht.